top of page
Zoeken
  • Eva Kalter

Ik ben een beroerde patiënt


Gisteren ben ik door mijn rug gegaan. Door een onnozele beweging schoot het er ineens in, en jammer genoeg schoot het er niet gelijk weer uit. Het is niet ernstig, het gaat wel weer over, maar het is wel ontzettend lastig.

En ik ben meteen weer met mijn neus op de feiten gedrukt: ik ben heel slecht in patiënt-zijn. Want tjonge jonge, wat vind ik het lastig om hiermee om te gaan.


Er blijken opeens allemaal dingen te zijn die ik niet meer kan: de broccoli afgieten, de was uit de machine halen, dat binnengewaaide blaadje van de grond oprapen, het bed verschonen. Allemaal alledaagse dingen die ik normaal gesproken doe zonder erbij na te denken.

En hoewel ik hele lieve mensen in mijn buurt heb die alles wat mij niet lukt met liefde (en leedvermaak) van me overnemen, kom ik mezelf snoeihard tegen.


Ik heb namelijk gemerkt dat mijn gebruikelijke manier van omgaan met dingen die tegenzitten nu absoluut niet werkt. Ik zal je uitleggen wat ik bedoel.


Normaal gesproken stap ik bij tegenslag gelijk in dit patroon:


Ten eerste ga ik harder werken. Ik gooi er een extra schepje bovenop, ga meer moeite doen en probeer er doorheen te duwen. Je raadt het al, dat werkt nu niet. Het is juist de bedoeling dat ik meer rust neem, terwijl ik wel moet blijven bewegen. Dat blijven bewegen lukt wel, maar rustig aan doen verloopt iets minder succesvol, zal ik maar zeggen.


Verder ga ik meer eisen aan mezelf stellen en leg ik de lat hoger. Uhm, ik wil niet veel zeggen, maar als die lieve mensen waar ik het net over had voor mij de was opvouwen, koken en het bed opmaken gebeurt dat toch volgens een andere standaard dan die van mij. Zij doen het op hun manier, en hun manier is overduidelijk niet mijn manier.


Dan ga ik de situatie analyseren, een plan van aanpak maken en dat plan van aanpak vervolgens in mijn eentje uitvoeren. Je voelt hem al aankomen, in mijn eentje gaat het nu echt niet lukken, ik moet hulp vragen. Ik ben daar reteslecht in. Ik doe het liefst alles zelf, en het zal niet de eerste keer zijn dat ik over mijn grenzen ga omdat ik er niet aan denk om te vragen of iemand me wil helpen. Het gaat er niet eens om dat ik niet om hulp wíl vragen, maar het komt gewoon niet in me op.

Maar op dit moment heb ik eigenlijk geen keus en worden ze een beetje boos op mij als ze me zien strompelen en klungelen. ‘Vraag dat toch gewoon aan mij!’, zeggen ze, een beetje geïrriteerd over mijn eigenwijzigheid. ‘Oh ja’, denk ik dan, ‘dat kan ik natuurlijk ook doen.’

Want het is geen eigenwijzigheid van mij, ik ben al ergens mee begonnen voordat ik erover nadenk. Het is echt niet zo dat ik bewust het besluit neem om mezelf te kwellen omdat ik niemand tot last wil zijn. Nou ja, meestal niet.


Veel gelegenheid om te oefenen

In al deze dingen lijk ik eigenlijk heel erg op de vrouwen in mijn praktijk.

De vrouwen die twijfelen aan zichzelf, zich afvragen of ze wel aan de verwachtingen voldoen en zich soms zo voelen tekortschieten. Ze gaan harder werken en meer moeite doen om maar te bewijzen dat ze echt goed genoeg zijn.

De vrouwen die de lat steeds hoger leggen en met hun perfectionisme uit alle macht proberen te voorkomen dat ze door de mand vallen of kritiek krijgen.

De vrouwen die een plan van aanpak maken om hun onzekerheid het hoofd te bieden (nog een training volgen, dit boek lezen, meer ervaring krijgen) en in hun eentje verder worstelen.


Wat een verschil maakt het als je kunt stoppen met dat harde werken, als je die lat een stuk lager legt en als je gewoon om hulp vraagt.

Je hoeft het namelijk niet alleen te doen. Begin met praten over de dingen waar je tegenaan loopt en zoek hulp. Het leven wordt er zoveel leuker van!


Ik ga ook aan de slag met de lessen die ik heb te leren om een betere patiënt te zijn.

Ik mag oefenen dat mijn lat een stukje lager mag en dat de manier waarop iemand anders zaken aanpakt ook oké is.

Ik mag leren dat het beter is om hulp te vragen voor dingen die mij in mijn eentje veel moeite kosten, voordat ik over mijn grenzen heen ga.

Ik mag oefenen om een stapje terug te doen en mezelf minder te pushen.

Ik mag oefenen in loslaten en relativeren.


Het is maar goed dat ik de komende tijd veel gelegenheid heb voor al dat oefenen…





bottom of page