top of page
Zoeken
  • Eva Kalter

Overal bubbels

Vandaag was ik even in de winkelstraat in mijn woonplaats. Even lekker een stukje fietsen in het zonnetje om snel wat dingetjes bij de Hema te halen. Niet uitgebreid shoppen, maar snel pakken wat ik nodig heb en dan afrekenen. Ik kwam terecht in een bijna uitgestorven winkelgebied. Ondanks de uitbundige zonneschijn bood het een troosteloze aanblik. Veel winkels waren gesloten, er stonden nauwelijks fietsen en er liep maar een handjevol mensen. Mijn hart ging uit naar al die gedupeerde middenstanders, die het toch al zo moeilijk hebben tegenwoordig.

Een broodjeszaak had een bakfiets voor de deur staan met 'bezorging aan huis' erop geschreven. Ik nam me voor om binnenkort een paar lekkere broodjes bij hem te bestellen; hij kan de omzet goed gebruiken en een lekker broodje gaat er bij mij altijd wel in.


De winkels die open waren, hadden allemaal maatregelen genomen om het personeel en de klanten zoveel mogelijk te beschermen. Alles om ervoor te zorgen dat iedereen voldoende afstand houdt. Niet dat afstand houden een probleem was, want het aantal klanten dat in de winkel aanwezig was, was op de vingers van één hand te tellen.

Iedereen leek zich heel erg bewust van de situatie en iedereen deed erg zijn best om niet te dicht bij een ander in de buurt te komen. Alsof we een soort doorzichtige bubbel om ons heen hadden waarin we ons van de rest van de wereld hadden afgezonderd. Ken je die grote bellen waarmee je over het water kunt lopen? Een beetje dat idee. Alsof we ons niet alleen thuis isoleren, maar ook als we buiten zijn.


Iedereen in zijn eigen bubbel

Dat is alleen maar goed, zou je denken. Laten we ons alsjeblieft aan de voorschriften en maatregelen houden. En dat ís natuurlijk ook zo. Maar het viel me op dat al die mensen in hun doorzichtige bubbels ook hun blik naar binnen hadden gekeerd. De gezichtsuitdrukkingen gesloten, bijna schichtig om zich heen kijkend, spiedend naar andere levende wezens die je koste wat het kost moet vermijden. Alsof het tikkende tijdbommen zijn. Alsof je via oogcontact besmet zou kunnen raken.


Daar werd ik zo droevig van.

Want op deze manier houden we niet alleen het virus tegen, maar ook het menselijke contact. Terwijl we daar juist zo'n behoefte aan hebben. Iedereen is bang en onzeker, en de onwennige situatie in de winkelstraat haalt die gevoelens alleen maar sterker naar boven.

Ik vroeg aan de kassière hoe het met haar ging, of ze het volhield. Ze keek verrast op en begon (op veilige afstand, achter haar scherm) te vertellen over het constant moeten opletten of iedereen voldoende afstand houdt en over de mensen die soms zo boos reageerden als ze werden aangesproken op onverantwoord gedrag. Hoe moe ze was als ze 's avonds thuiskwam.

"Wat fijn dat u dit vraagt.", zei ze.


Zo'n kleine moeite. Eventjes contact maken, even iemand aankijken, eventjes luisteren en eventjes glimlachen. Eventjes vanuit je eigen bubbel de aandacht naar buiten richten, naar alle anderen die zich ook angstig en onzeker voelen.


Ik heb me voorgenomen om tegen iedereen die ik tegenkom even te glimlachen. Gewoon iemand in de ogen kijken en contact maken. Vanaf minstens twee meter afstand, uiteraard. Glimlachen en gedag zeggen met een vriendelijk knikje.

Een beetje menselijk contact, om vanuit mijn bubbel de blik naar buiten te richten en op die manier ook mijn eigen angst en onzekerheid een beetje te delen. Je weet wel, gedeelde smart en zo. Omdat ik denk dat we daar behoefte aan hebben. Ik in ieder geval wel.


Wat denk je, is dat een goed idee? Doe je mee? Even op gepaste afstand glimlachen naar iedereen die je tegenkomt? Laat het me even weten in de comments.

En als je iemand tegenkomt die jou in de ogen kijkt en je glimlachend gedag zegt, doe dan alsjeblieft hetzelfde terug. Want misschien ben ik het wel...






bottom of page