Het is het begin van de werkdag. Je gaat achter je bureau zitten en klikt je e-mail open. Het valt mee vandaag, er zitten maar een paar mailtjes bij waar je wat tijd aan moet besteden, de rest kan je voor kennisgeving aannemen. Mooi. O wacht, ook nog een mailtje van je leidinggevende. Wat zou die nou willen? ''Heb je morgen even tijd om bij mij langs te wippen? Ik wil graag wat met je bespreken.'
Je hart begint te bonzen en je voelt het bloed naar je hoofd stijgen. This is it! Nou gaat het gebeuren! Dit wordt het gesprek 'die je wist dat zou komen'. Over tegenvallende prestaties, verwachtingen die je niet hebt waargemaakt en teleurstellende resultaten. Nu hebben ze ontdekt dat je niet zo goed bent als ze eerder dachten. Dat je ook maar wat aan het aanklooien bent.
De rest van de dag loop je met een knoop in je maag en er heeft zich een stevige hoofdpijn tussen je oren genesteld. De e-mail blijft maar in je hoofd rondspoken en het is lastig om je verder nog te concentreren. Ook als je thuis bent kun je alleen maar denken aan het gesprek van de volgende dag. 's Nachts lig je te woelen, je wordt telkens wakker en je slaapt onrustig.
De volgende dag sta je stijf van de spanning, maar je hebt besloten om het maar zo snel mogelijk achter de rug te hebben. Zodra je ziet dat je leidinggevende beschikbaar is, loop je
het kantoor binnen. Kom maar op. Je bent er klaar voor. Je wist dat het ooit zou gebeuren, dus dan maar nu.
Na een kwartier kom je tollend weer naar buiten. Volledig in verwarring. Wat is hier gebeurd? Wat is er nou allemaal gezegd? Eén ding is zeker: het was niet het gesprek dat je had verwacht. Absoluut niet zelfs. Helemaal niets over teleurstelling of tegenvallende prestaties. Maar juist over tevredenheid en nieuwe uitdagingen. Over de nieuwe projectgroep die gevormd gaat worden en of jij die wil voorzitten.
Al die spanning voor niets, die hoofdpijn, die slechte nacht, het gepieker: voor niets.

Bang voor de bang-bang, noemden wij dat vroeger. En dat betekent zoiets als bang zijn voor de dingen die je zelf in je hoofd bedenkt, maar die niet echt gaan gebeuren.
Veel impostorgedachten leiden naar angst. Angst voor de mening van anderen, angst om fouten te maken, angst om niet genoeg te zijn, angst om door de mand te vallen, angst om ontmaskerd te worden als de bedrieger die je denkt dat je bent.
Allemaal bang voor de bang-bang.
Hoe kan je dit nou voorkomen? Hoe krijg je die angst onder controle en voorkom je die spanning en dat piekeren? Met deze vier stappen kom je al een heel eind!
Word je bewust van de impostorgedachten die in je hoofd rondspoken. Als je een lichamelijke reactie voelt in de vorm van het warm krijgen, gaan zweten, je hart voelen bonzen en dat soort stresssignalen, wéét je dat er gedachten in je hoofd zitten die je in een impostercirkel kunnen gooien.
Onderscheid feiten van gevoelens en gedachten. Het feit dat jij je bang vóelt, wil niet zeggen dat er ook een reden is om bang te zÃjn. De gedachte dat je niet goed genoeg bent, wil niet zeggen dat je niet goed genoeg bént. Een gevoel is geen feit. Een gedachte is geen feit. Bekijk de situatie zo reëel mogelijk. Is het wel eens eerder gebeurd dat je bij je leidinggevende geroepen werd en er niets aan de hand bleek te zijn? Heb je feitelijke bewijzen dat je prestaties onder de maat waren? Wat zouden anderen redenen kunnen zijn voor het gesprek? Maak er gerust een uitgebreide brainstorm van, hoe meer redenen je kunt verzinnen, hoe beter. Wat zou je collega of vriendin zeggen als je zou vertellen over je gedachten en gevoelens over het gesprek? Wat zou jij tegen die collega of vriendin zeggen als zij dit gesprek zou hebben?
Formuleer een korte, kernachtige uitspraak die je meer vertrouwen geeft en je spanning vermindert. Alles wat voor jou werkt is goed. Haal alle positieve gedachten en affirmaties erbij die je ooit ergens in een training of cursus hebt geleerd. Het maakt niet uit wat het is, als jij je er maar beter door gaat voelen.
Als je jezelf tussendoor betrapt op piekergedachten, roep je jezelf gelijk een halt toe en herhaal je de positieve uitspraak voor jezelf. Dit mag je best met een flinke overtuiging en met nadruk doen. STOP! Leid jezelf af en sta jezelf niet toe dat je nog één gedachte besteedt aan het onderwerp. Misschien moet je dat wel tien keer op een dag doen. Of vijftig. Of honderd. Maakt niet uit, gewoon volhouden.
De eerste stap is altijd je bewust worden van de gedachten en gevoelens die je hebt. Dat is een voorwaarde voor verandering. Als ik me er niet van bewust ben dat ik tijdens een vergadering hinderlijk met mijn pen zit te klikken, blijf ik dat doen. Als ik niet weet dat ik altijd zit te fronsen als ik mijn mail lees, zal ik niet opeens mijn wenkbrauwen ontspannen en zal ik dus van die lekker dikke fronsrimpels krijgen.
De eerste stap naar verandering is bewustwording.
En dan merk je misschien ook dat je bang bent voor iets dat alleen maar in je hoofd zit en niet echt zal gaan gebeuren. Bang voor de bang-bang.
Het is tijd voor verandering.
Comments